brug-interopus
Financiële Planning

Uw weg naar morgen

ijs-interopus
Uw financiële coach
iStock_000073318677_Large
Focus op uw doelen
iStock_000066117923_Large
Uw vermogen beschermd
previous arrow
next arrow

Op zoek naar rendement? Een productreview.

Op zoek naar rendement? Een productreview.

Veel mensen die over een flink bedrag aan spaargeld beschikken zien dat ze op dit moment per saldo interen op hun vermogen door de lage rentevergoeding op hun spaarrekening. Op het moment van schrijven is het maximale rentepercentage op een spaarrekening zonder beperkende voorwaarden 1,25% per jaar. Zet hier de vermogensrendementsheffing in box III tegenover (1,2%) en het huidige inflatiepercentage in Nederland (0,7% over het laatste jaar) en zie: belasting plus inflatie zijn samen hoger dan uw spaarrente. Uw reële rentevergoeding is dus negatief.

Dit verklaart de zoektocht naar een hoger rendement op spaartegoeden. Als we uitgaan van de wens om meer dan 0% reëel rendement te willen maken, dan zoeken we naar een manier om 2% of meer rendement te maken. Dat kan uiteraard door te gaan beleggen met uw spaargeld in bijvoorbeeld vastgoed, aandelen of bedrijfsobligaties. Maar beleggen gaat gepaard met risico’s die u mogelijk niet begrijpt of als u ze wel begrijpt, niet wil nemen.

Het meest voor de hand liggende alternatief is dan in eerste instantie een spaardeposito. Door uw geld langer vast te zetten kunt u van de bank een hogere rentevergoeding krijgen. Voor een rentevergoeding van 2% moet u echter een deposito met een looptijd van tenminste 8 jaar aangaan en er is slechts één bank bereid om u daar 2% rente voor te vergoeden, de Yapi Kredi Bank. Wilt u liever een spaardeposito bij een meer bekende bank? Dan moet u uw geld minstens 14 jaar in een deposito wegzetten bij de Rabo Bank (voor een rentevergoeding van 2,1%).

Het nadeel van een deposito is dat u bij vervroegd opnemen van uw vermogen in deposito een flinke boete moet betalen. Voor veel mensen geen aanlokkelijk vooruitzicht.

Er is een product in de markt dat bij de dalende spaarrente steeds aantrekkelijker wordt. De Dela spaarverzekering. Dit product lijkt qua kenmerken op een deposito met een looptijd van 10 jaar. Het is geen spaarrekening maar een spaarverzekering. Daarmee valt het buiten de beschermende werking van het Depositogarantiestelsel. Bij een faillissement van Dela bestaat in theorie het risico dat u al uw geld in de spaarverzekering kwijt bent. Het risico is daarmee deels gelijk aan dat van een bedrijfsobligatie. U loopt gedurende de looptijd echter geen koersrisico zoals bij een obligatie!

De rentevergoeding die Dela betaalt gedurende de looptijd (minimaal 10 jaar, mag ook langer) is 2,75% per jaar. Ook hier geldt dat er sprake is van een boete bij vervroegd opnemen van de waarde. Die boete bestaat uit een vast bedrag van €150,-. In veel gevallen is die boete veel lager dan bij een spaardeposito dat voortijdig wordt opgenomen.

Verder zijn er nog wat verschillen tussen verzekeringsproduct en deposito (max. jaarlijkse inleg en een 10% hogere uitkering bij overlijden in de spaarverzekering van Dela). Maar die doen weinig af aan onze positieve beoordeling van dit product. Zolang de spaar- en depositorentes niet hoger worden dan ze op dit moment zijn, is dit product van Dela een serieus te overwegen alternatief voor risicomijdende speurders naar rendement.

Voor meer informatie over dit product kunt u de website van Dela raadplegen of contact met ons opnemen. Wij bespreken graag met u of dit product ook in uw situatie passend zou kunnen zijn.

Beleggen in 2015 en een vooruitblik op 2016

Beleggen in 2015 en een vooruitblik op 2016

Als u in 2015 een beleggingsportefeuille in aandelen en obligaties had, hebt u kunnen constateren dat het een redelijk turbulent jaar was. In de eerste 3 maanden leek het alleen maar crescendo te gaan op de beurs. In de 9 daaropvolgende maanden bent u weer aardig uit die droom geholpen.

Aanvankelijk stonden er eind maart in veel landen forse winsten op de borden tot boven de 20% wat betreft het rendement op aandelen. Ook obligaties presteerden op dat moment positief door een rente die daalde tot half april. Vanaf dat moment namen de zorgen op de markten toe. In Europa door toedoen van de soap die zich in Griekenland voltrok met de Griekse regering onder aanvoering van premier Tsipras en de Europese commissie vertegenwoordigd door onze eigen Jeroen Dijsselbloemin de hoofdrollen. Griekenland dreigde de EU te verlaten en de markten reageerden vrij heftig. Lagere aandelenkoersen en een oplopende rente waardoor ook obligatiekoersen daalden.

Vervolgens kwamen daar, iets later, ook nog zorgen bij over een te snelle afkoeling van de Chinese economie. In krap 4 maanden tijd was de winst op aandelen in het eerste kwartaal volledig verdampt. Vervolgens herstelde de markt zich weer enigszins in het laatste kwartaal, met een terugval in de laatste weken voor de jaarwisseling.

Het jaar 2016 is inmiddels twee weken op weg en de markten zijn gestart in mineur. China staat weer volop in de schijnwerpers, koersborden kleuren rood en er zijn analisten die nu al roepen dat 2016 een heel slecht jaar gaat worden met aandelenverliezen van 20% of meer. Van de andere kant zijn er ook analisten die erop wijzen dat de huidige lage rentestand een keer zijn laagste punt bereikt zal hebben en dat obligaties dan in zwaar weer belanden, dus dat beleggers genoodzaakt zijn om voor hun gewenste rendement in aandelen te beleggen.

Naar onze bescheiden mening zal 2016 in ieder geval een ‘beweeglijk’ jaar worden, zoals dat voor 2015 ook het geval was. Die beweeglijkheid hangt sterk samen met onrust in de markt en voor onrust is er in 2016 voldoende voeding. Naast de ontwikkeling van de Chinese economie worden de gemoederen ook bezig gehouden door de geopolitieke ontwikkelingen in het Midden-Oosten. Met als meest recente bron van onrust de conflictsituatie tussen Iran en Saoedi-Arabië. Ook de situatie in Griekenland kan van het ene op het andere moment weer actueel worden. Tenslotte is ook het vluchtelingenvraagstuk en de politieke spanningen die dit met zich meebrengt een factor die voor onrust zorgt.

Wat we alleen met geen mogelijkheid kunnen voorspellen is wanneer koersen (onder invloed van toenemende of afnemende onrust) op welk moment zullen dalen of juist zullen gaan stijgen . Op korte termijn profiteren van die koersschommelingen kan, maar heeft weinig met doelgericht, gestructureerd beleggen te maken. Wie op korte termijn zijn vermogen nodig heeft voor een concreet doel kan in het licht van de huidige marktinstabiliteit beter niet beleggen. En wie vermogen nodig heeft op een later moment in de toekomst kan nu tijdelijk uitstappen en later weer instappen. Maar wel met de waarschuwing dat zo’n handeling op basis van emotie een vrij groot risico oplevert dat op het verkeerde moment uit- en weer instappen juist tot meer verlies leidt. Als u zelf zorgen hebt over uw vermogenspositie maak dan gerust een vrijblijvende afspraak. Wij vertellen u graag hoe wij onze klanten helpen het hoofd koel te houden.

InterOpus en ABalance, een mooie aanvulling.

InterOpus en ABalance, een mooie aanvulling.

InterOpus staat voor het jaar van zijn tweede lustrum. Begonnen in 2006. Vooral actief op de markt van hypotheken en levensverzekeringsproducten. Met de jaren steeds meer de focus op financiële planning als vertrekpunt voor breed financieel advies, waarbij de focus op financiële producten steeds verder naar achter is verschoven.

InterOpus richt zich op de particulier die vragen heeft over het afdekken van inkomensrisico’s, over financieringsvraagstukken en over vermogensvraagstukken. Die particulier kan in loondienst zijn, maar kan ook een onderneming leiden.

Met name ondernemende particulieren vroegen in het verleden regelmatig of InterOpus kon helpen bij het vinden van een goed administratiekantoor. Overwegend voor het maken van jaarstukken en het indienen van belastingaangiftes (omzetbelasting, inkomstenbelasting). Maar ook voor advies over het aangaan van een zakelijke lening en over welke investeringen iets op kunnen leveren. Maar zonder de torenhoge rekening van een (register)accountant.

Uit die adviesbehoefte is ABalance ontstaan. Om ondernemende klanten optimaal van dienst te kunnen zijn. Om ondernemende klanten op financieel vlak volledig te kunnen ondersteunen/ontzorgen. Bij bovenstaande vragen vanuit ABalance en bij vragen over arbeidsongeschiktheidsrisico’s, besteedbaar inkomen na bedrijfsbeëindiging, vermogensopbouw of privé-financieringen (hypothecair- of consumptief krediet) vanuit InterOpus.

Een succesvolle combinatie, zo is de afgelopen jaren gebleken. Steeds meer ondernemende klanten van InterOpus maken gebruik van de dienstverlening van ABalance. En ervaren dat als positief omdat ze als klant bij beide bedrijven het gevoel hebben gekend te zijn in hun totale behoefte aan financieel advies.

Is dit voor u nieuw en hebt u behoefte om over de dienstverlening van ABalance een keer vrijblijvend van gedachten te wisselen? Maak dan een afspraak met John Willems. Hij bekijkt graag met u of ABalance ook in uw situatie voor nog meer toegevoegde waarde kan zorgen dan u van InterOpus al gewend bent.

Met vermogen naar een zorginstelling?

Met vermogen naar een zorginstelling?

Sinds 2013 betalen mensen die zorg thuis of in een zorginstelling ontvangen een eigen bijdrage aan het CAK: de AWBZ-bijdrage. De hoogte van deze bijdrage is gekoppeld aan het inkomen en het vermogen. Veel mensen willen hun vermogen niet op deze manier opeten. Kun je dit voorkomen?

Per 1 januari 2013 bestaat de AWBZ-bijdrage bij opname in een zorginstelling. De hoogte van de AWBZ-bijdrage wordt bepaald door het CAK. Voor zorg thuis geldt een lage bijdrage en voor zorg met verblijf in een AWBZ-zorginstelling geldt een hoge bijdrage. Deze lage bijdrage bedraagt in 2016 maximaal € 838,60 per maand, de hoge bijdrage maximaal € 2.301,40 per maand.

De hoogte van zowel de lage als de hoge bijdrage wordt gebaseerd op het inkomen en het vermogen van de betreffende persoon en diens eventuele partner. Het verzamelinkomen en vermogen van twee jaar geleden dat de Belastingdienst heeft vastgesteld op grond van de aangifte inkomstenbelasting, geldt als basis voor de berekening.

Een veel gestelde vraag is hier: leidt opname in een zorginstelling ertoe dat ik mijn vermogen opeet?

Een belangrijke vraag. Wij merken echter dat er in de praktijk nogal wat misverstanden bestaan over dit onderwerp. Zo zijn er mensen die denken dat je van je vermogen elk jaar 12,5% opeet als je in een zorginstelling terechtkomt. Dit is onjuist. Er is sprake van een eigen bijdrage van 12,5% van het ‘bijdrage plichtig inkomen’. Dat is echt iets anders dan 12,5% van het vermogen. Er zijn echter wel verschillende berekeningen voor de bepaling van de hoogte van dat ‘bijdrage plichtig inkomen’. In het slechtste geval kan het zijn dat u (bij een relatief bescheiden vermogen) te maken krijgt met een fors hogere eigen bijdrage, oplopend tot 8% van uw vermogen op jaarbasis.

Dit betekent dat het voor vrijwel iedereen in deze situatie verstandig is om hier goed advies over in te winnen. Want afhankelijk van uw persoonlijke situatie kan het wellicht zinvol zijn om verschillende mogelijkheden af te wegen om op de best bij u passende manier op zo’n situatie te anticiperen. Die mogelijkheden kunnen variëren van het maken/aanpassen van een testament, het schenken aan uw kinderen, het aflossen op uw hypotheek tot het aanpassen van uw beleggingsportefeuille.

Daarnaast geldt ook bij dit onderwerp dat u (of uw partner of uw kinderen) jaarlijks even zou moeten vaststellen of het zinvol is om bij een inkomens- of vermogensdaling een verzoek in te dienen bij het CAK tot aanpassing (verlaging) van de eigen bijdrage.

Woning onder water en toch verhuizen

Woning ‘onder water’ en toch verhuizen

Als de woningmarkt ons de afgelopen jaren één ding geleerd heeft is het wel dat overwaarde niet vanzelfsprekend is. Op dit moment staat ongeveer een derde van de woningen ‘onder water’. Een tijdelijke situatie die rond 2020 waarschijnlijk van tafel is. Huizenprijzen stijgen namelijk over vrijwel de gehele linie in heel Nederland. Maar wat als je nu al die nieuwe (droom)woning tegenkomt?

Drie vragen dienen dan beantwoord te worden. Gaat een bank mij de financiering geven, hoe zit het met de woonlasten en met welke fiscale regels krijg ik te maken.

Tot voor kort deden banken erg moeilijk als de oude woning nog niet verkocht was en wanneer er een kans op restschuld zou kunnen ontstaan. Door het herstel van de woningmarkt vinden banken geleidelijk aan dat de risico’s voor hen daardoor ook afnemen. De ‘regeltjes’ worden daarom weer wat soepeler. Het is mogelijk om de restschuld (in beperkte mate) mee te nemen in de hypotheek op de nieuwe woning. Ook wanneer je naar een andere bank toe gaat. Er zijn bepaalde voorwaarden maar het is vaak wel mogelijk.

Omdat de overheid de woningmarkt wil ondersteunen, zijn de fiscale regels m.b.t. het financieren van een restschuld ook ruimer geworden. Eigenlijk liep de overheid vóór op de acceptatieregels van banken. Het zijn tijdelijke regels en er zal een moment ontstaan waarbij dit weer wordt terug gedraaid. Maar wat zijn nu de regels? Ten eerste is de rente van zowel de oude als de nieuwe hypotheek aftrekbaar gedurende het jaar van aankoop plus de volgende 3 kalenderjaren. Afhankelijk van je inkomen helpt de overheid dus mee met de betaalbaarheid wanneer de oude woning nog niet verkocht is. Ten tweede behoort de restschuld die is meegefinancierd op de nieuwe woning tot de ‘eigen woningschuld’. Daarmee is de rente aftrekbaar. Voor dit deel is de duur echter beperkt tot 15 jaar. Aardig om te weten is dat sommige banken de aflossingsduur niet beperken tot deze fiscale 15 jaar maar bereid zijn dit voor een langere duur te verstrekken! Daarmee kun je dus je maandlasten inperken.

Tip. De regelgeving staat toe dat een restschuldfinanciering aflossingsvrij mag worden geleend. De banken onderling hebben echter in hun gedragscode eigen richtlijnen bepaald. Voor een bank zal dit leningdeel minimaal annuïtair afgelost moeten worden. Dit wetende is het wellicht handiger om vanuit de eigen BV of van een familielid geld te lenen voor dit deel. Gedegen maatwerk kan de uitkomst een stuk vriendelijker maken. Je beperkt de maandlasten en maakt maximaal gebruik van de fiscale mogelijkheden.

Al met al kun je je woonwensen, ook als je eigen woning ‘onder water’ staat, met een beetje goede wil toch al realiseren. Zonder al te hoge maandlasten. En je kunt afscheid nemen van de huidige rente omdat de oude woning wordt verkocht. Maar het blijft wel maatwerk. Bel gerust om dit voor uw specifieke situatie te bespreken.

De eigen woning en echtscheiding.

De Eigen Woning en echtscheiding

Als bij een echtscheiding sprake is van een gezamenlijke eigen woning, dan zullen er over deze woning afspraken moeten worden gemaakt. In zeer veel gevallen rust er een hypotheek op de eigen woning, als er daarnaast ook nog sprake is van “onderwaarde” (wanneer de waarde van de woning lager is dan het bedrag van de hypotheek die erop rust) is het helemaal opletten.

De mogelijkheden die in elk geval bekeken/besproken kunnen worden:

1) Woning overnemen van partner.We kunnen onderzoeken of één van de partners de woning kan overnemen van de andere partner. Je koopt dan 50% van de volledige eigendom van de woning, de andere 50% heb je al in bezit. Meestal is er dan een financiering mogelijk tot ongeveer 4,5x uw bruto jaarinkomen. Dit inkomen moet wel verminderd worden met de verplichting aan partneralimentatie. Het “uitkoopbedrag” zal indien dat niet als spaargeld beschikbaar is meegefinancierd moeten worden.

2) Woning verkopen.Als het overnemen van de woning door een van de partners niet mogelijk of niet gewenst is zal de echtelijke woning verkocht moeten worden. De verkoopopbrengst verminderd met de hypotheekschuld en de verkoopkosten wordt dan tussen de ex-echtelieden verdeeld. Dit geldt ook als er sprake is van een onderwaarde, beide ex-partners blijven dan achter met een (rest)schuld.

In goed overleg is er wellicht ook een tussenoplossing mogelijk: in het convenant spreken jullie af de woning te verkopen maar pas over een bepaalde periode. Dit kan handig zijn als er op het moment van scheiden een onderwaarde zou ontstaan bij verkoop, of als beide ex-partners willen dat één van de ouders met de kinderen in de woning blijft wonen voor een bepaalde periode. Bijvoorbeeld om de kinderen nog een periode een vertrouwde omgeving te bieden. Dit is een veel voorkomende wens om het scheidingstraject voor de kinderen minder belastend maken.

Het is in vrijwel alle gevallen raadzaam om je te laten adviseren over de mogelijk- en onmogelijkheden omdat er geen situatie gelijk is en maatwerk in veel gevallen tot een beter resultaat (lees: convenant) leidt.

Hoe zit het met de versobering partneralimentatie?

Voorstel kortere partneralimentatie

De Kamer heeft plannen voor het veranderen van de partneralimentatieregels. De partneralimentatie moet omlaag en duurt nog maximaal vijf jaar.

De huidige partneralimentatieregeling is de VVD, PvdA en D66 al enige tijd een doorn in het oog. Al eerder kwamen zij met plannen om de duur van de partneralimentatie in te korten. Helaas liep dit iedere keer op niets uit. Nu komen de partijen opnieuw met een wetsvoorstel. De partneralimentatie moet korter en het bedrag moet omlaag.

De plannen

In het wetsvoorstel wordt de partneralimentatie ingekort naar de helft van het aantal jaren dat het huwelijk heeft geduurd. Dit met een maximum van vijf jaar. De indexering wordt niet meer toegepast. Als het huwelijk korter dan drie jaar heeft geduurd, is er volgens de plannen geen partneralimentatie meer verschuldigd.

Uitzonderingen

Ex-partners die langer dan vijftien jaar getrouwd zijn en tien jaar of minder voor de AOW-leeftijd zitten houden wel langer recht op alimentatie. Mannen en vrouwen met kinderen krijgen partneralimentatie tot het jongste kind 12 jaar oud is.

Gevolgen

Het is een echtscheidingssituatie belangrijk om voor beide partners goed te kijken naar de gevolgen voor uw inkomenssituatie. Inter`Opus doet dit vanuit zowel de bestaande regels als de verwachte wijzigingen in de toekomst.